Bi(bli)ografie Hartog, Jan de ( 1914 - 2002)
Biografie:
Jan de Hartog (Haarlem, 22 april 1914 – Houston, 22 september 2002) was een Nederlandse romanschrijver. Jan de Hartog publiceerde aanvankelijk onder het pseudoniem F.R. Eckmar (verrekmaar) een aantal detectiveromans. Hij werd vooral bekend door zijn boek Hollands Glorie, over de beginperiode van de zeesleepvaart, dat in 1976 door de AVRO als televisieserie is verfilmd. In 1939 speelde hij een hoofdrol in de (mobilisatie-)film "Ergens in Nederland", waarvoor hij tevens het scenario schreef. In 1943 ging hij als Engelandvaarder naar Londen nadat hij enige tijd bij twee oude dames in Amsterdam ondergedoken had gezeten. Hij vertrok vanaf het Centraal Station. Samen met zijn echtgenote emigreerde hij naar de Verenigde Staten, waar hij diverse sociaal bewogen romans schreef, die door hemzelf in het Nederlands zijn vertaald, onder andere de geschiedschrijving over de Quakers in vier forse delen. Zijn boek Gods geuzen gaat over zendingswerk in de oerwouden van Indonesië. Stella, Mary en Thalassa gaan alle over de scheepvaart. De Kapitein is een latere bewerking van Mary, en vormde het eerste deel van een zelfstandige avonturenreeks over de fictieve kapitein Harinxma, met als vervolgdelen De Commodore, De Centurio en De Buitenboei. Scheepspraat bevat korte impressies van zaken uit de scheepvaartwereld van voor de Tweede Wereldoorlog. Na publicatie van Het Ziekenhuis over de misstanden in een Amerikaans ziekenhuis, moest hij zelfs de stad waar het zich afspeelde (Houston) ontvluchten. Een ander boek - ook verfilmd - is De Kleine Ark, handelend over de watersnood van 1953. Ook Jan de Hartog verleende hulp bij het redden van de slachtoffers. Of dit boek daarom autobiografisch genoemd kan worden, is twijfelachtig. In ieder geval geeft het wel de problemen bij de hulpverlening weer in een land dat zo kort na de Tweede Wereldoorlog (en dus in wederopbouw) opnieuw een grote ramp onder ogen moest zien. Herinneringen van een bramzijgertje beschrijft een jongetje dat, net als Jan de Hartog in zijn jonge jaren, naar zee wegloopt, in dit geval de Zuiderzee. Als het bramzijgertje (scheepsjongen) thuis zijn avonturen verhaalt merkt hij dat de toehoorders aan zijn lippen hangen. "Dat was het ogenblik waarop ik voor het eerst besefte dat ik een geboren Leugenaar (verhalenverteller) was". In De Inspecteur, dat bekend werd door de verfilming, wordt de moeizame emigratie van een getraumatiseerd uit een concentratiekamp teruggekeerd Joods meisje naar Israël, onmiddellijk na de oorlog, beschreven. In 2004 onthulde zijn weduwe in Maassluis een gedenkplaat ter nagedachtenis van Jan de Hartog wegens de historische banden die deze stad heeft met de zeesleepvaart, waarover hij vaak schreef. De gedenkplaat is aangebracht vlakbij de stoomsleepboot Furie, het schip dat in 1976 een belangrijke rol speelde in de televisiebewerking van zijn boek Hollands Glorie. bron: Wikipedia