De eerste tonen van Horvath’s viool klonken door de zaal. Hij speelde het andante uit een vioolsonate van Beethoven. Ik voelde dat Maud haar hand zacht in de mijne schoof. Zij deed dat dikwijls als zij intens van muziek genoot. Maar ditmaal leek haar hand wat koud en zij beefde. ‘Voel je je niet goed?’ fluisterde ik haar toe. Maar zij stelde me gerust met een handdrukje. ‘Nu moet u hem horen fantaseren,’ zei de aartshertogin tegen Maud. Wat wij nu hoorden was onbeschrijflijk mooi. Plotseling voelde ik dat Maud’s hand de mijne krampachtig omklemde. Alle kleur was nu uit haar gezicht verdwenen, haar adem stokte en zij staarde onafgebroken naar de man op het podium. Toen zag ik dat de blik van Horvath de hare ontmoette. Er klonk een schrille dissonant. De strijkstok ontglipte hem, hij werd bleek en moest tegen de vleugel leunen om niet te vallen… |